Popje Jees

Met de taaitaai nog in de kiesholten en het sinterklaaspapier nog aan de schoenzolen, wordt bij ons de kerstboom al van zolder getrokken. Een a-b-c’tje zonder kluit, om een hoek te bouwen, vol van natuurechte naalden, ieder jaar weer. Onder deze boom prijkt natuurlijk de kerststal met daarin de look-a-like’s van Jozef, Maria, het Kindeke Jezus en alle andere Heilig Nachtelijke bezoekers van dit tochtige onderkomen. Onze tweede kerststal wel te verstaan. De eerste hadden we in onze kinderloze verkeringstijd gekocht; een houten plaat met gaatjes met daarbij de bijzonder abstract vormgegeven “beeldjes”. Het zou evenzogoed een clubje panfluitende Chilenen kunnen zijn. De benen en poten bestonden uit één enkel stokje dat paste in de gaatjes van de bodemplaat zodat je alle stukken vrijelijk over het bord kon verdelen en verplaatsten. “Da’s leuk voor onze kinderen die komen gaan”, en we keken elkaar melig aan.

Jaren later heeft onze eerstgeborene met al haar kracht de gebochelde Jozef genezen, de kribbe ontjezusd, en de ster die zo fier aan den hemel flonkerde, tot ruimtegruis gedegradeerd. Mijn schoonvader, die ons hypermodern stalensemble nooit heeft kunnen waarderen, schonk ons vervolgens een zoals-het-hoort-kerststal, met een kerstgroep die wel eens zou kunnen lijken op de originele personages. En warempel; mijn dochters vonden het een geweldig poppenhuis. Vooral de tweede, Kris, is er niet bij weg te slaan (en zeg niet dat ik het niet heb geprobeerd).

Popje Jees – Kindje Jezus voor vrienden – is haar idool, haar mooiste pop, haar slachtoffer, haar crime passionel, haar alles. Al in de vroege ochtend wordt Popje Jees uit haar warme kribbe weggerukt en verstikt in Kris’ eigen dekbedje, vervolgens diverse malen verzopen in het badje, gevierendeeld in een ruzie met een willekeurige zus, gelanceerd in een driftbui en tot slot altijd ergens in huis tot weesje gebombardeerd. Voor het flesje melk en het slapen gaan wordt het dagelijkse slagveld geëgaliseerd en altijd wordt dan weer de vraag gesteld: “Kris, waar is Popje Jees’?” Kris brengt dan haar schouders op oorhoogte, spreidt haar armen en zegt heel onschuldig: “Da weet ik nie.”

Als mijn kroost in diepe rust is verzonken en Popje Jees’ onvindbaar blijft, wordt de heilige Antonius aangeroepen. Op plaatsen waarvan we niet eens wisten dat we die in huis hadden, komt Popje Jees weer boven water. Onze gebeden worden doorgaans verhoord en iedere avond wordt de kribbe dan toch weer bemand.

Jesus popje slijterij hiwine

Tot die ene avond. Na weer een “da weet ik nie” en tientallen “Oh Heilige Antonius, Gij goede vrind, zorg dat ik Popje Jees vind”, bleef de kribbe koud en leeg. En ook de dagen erna bleef de kerststal van het stralende middelpunt verstoken. Popje Jees is niet meer. Hoewel, hoe oneerbiedig ook, ons Kindeke op voorraad ligt bij de plaatselijke kerststallenkoning bleven we hopen op een wonder.

We kochten dus geen kluitje klonen om de verdwijntrucjes van Kris Klok zelf maar op te lossen. En, Halleluja Praise The Lord, het wonder geschiedde. Dagen later diende een spontaan fotomoment zich aan. Ik pakte het fototoestel, digitaliseerde al mijn vlees en bloedjes en kreeg vervolgens het toestel niet meer in het etui. Wie lag er onderin te kraaien: Popje Jees. Het stalletje werd weer gecompleteerd en alles was weer pais en vree. Althans, dat gold voor ons huishouden.

Hetzelfde kunstje heeft onze illusionist geflikt bij mijn ouders. Hun Popje Jees werd echter letterlijk gepresenteerd door één van de herders. Het hing aan herders’ uitgestoken stok (vandaag de dag een arrestatie waard). Ondanks dat ik Kris vermanend toe heb gesproken nam ik het mijn ouders kwalijk dat ze niet eerst goed hebben gekeken voordat ze mijn dochter beschuldigden. Hun repliek was dat ook de herder mijlenver van de stal was verwijderd. Enkele dagen later, na de nieuwjaarsborrel, belde mijn schoonmoeder. “Waar is Popje Jees?” luidde de vraag en we barstten in lachen uit. “Zoekt en gij zult vinden” gaven we haar mee. Niet lang daarna volgde een geruststellend telefoontje. Diep in de ruif van de os en de ezel, bedekt met stro, lag het rustig te slapen; een kribbe-mix-up van ons Krisje…….dat kun je ze toch niet kwalijk nemen. Volgend jaar doen we het anders. Werd Jezus Christus jaren later gekruisigd, ons Popje Jees zal dit niet meemaken. We maken het Krisbestendig. Popje Jees wordt aan de kribbe geschroefd, de kribbe wordt in cement gegoten en de stal nagelvast aan het huis bevestigd; onroerend goed dus. Ons huis wordt onbetaalbaar. De kerststallenkoning houdt voor ons zekerheidshalve toch een dozijntje achter.

 

 

 

Ook wij doen mee aan de tweede editie van de kerststallenroute in Bavel. De route vindt dit jaar plaats van 18 december 2021 tot en met 2 januari 2022!
Meer informatie vind je op kerststallenroutebavel.com